Een safari (reis) om nooit te vergeten
9 februari 2022 - Sumbawanga, Tanzania
Het is vroeg. De zon loert net over de horizon. Ik sta op het balkon en bewonder de wijk om het hotel. Roestige daken, scharrelende mensen op de vele kleine erfjes. Het is 28 graden en er waait een licht briesje. Dit is Afrika waar ik zo veel van hou. Ik voel me thuis
De taxichauffeur die ons naar het vliegveld brengt staat beneden al te wachten. Veel te vroeg. Wil natuurlijk zijn ritje niet mislopen. De concurrentie onder taxichauffeurs is hier moordend nu er zo weinig toeristen zijn.
We zijn lekker vroeg op het vliegveld. Inchecken voor de binnenlandse vlucht naar Mbeya gaat probleemloos. We zijn weer even verlost van de zware Samsonites met Kilangala-inhoud.
De vlucht is op tijd en een kleine 2 uurtjes later staan we weer met de 2 samsonites op het vliegveld van Mbeya.
Oké…. en nu. In de ontvangsthal worden we staande gehouden. Een vriendelijke medewerker van de immigratiedienst vraagt ons de paspoorten te laten zien met de vraag waar we heen gaan. Kilangala als antwoord en eindbestemming moet even beter worden uitgelegd.
Innocent, de paspoort controleur, hoort uiteindelijk dat we in de stad Mbeya een bus ticket willen kopen om dan vandaag nog naar Sumbawanga te reizen.
Zijn advies is even simpel als briljant. De bus komt langs de luchthaven en als je langs de weg de bus aanhoud kun je zo meereizen. Ja, heel lief maar welke bus moeten we dan aanhouden? Deze vraag stellen we even uit door eerst te gaan eten in het kleine restaurant op de luchthaven. Het wordt vis en chips.
Na een tijdje komt Innocent met het goede nieuws dat hij de chauffeur van de bus heeft weten te bereiken en hij speciaal voor ons stopt. En Innocent brengt ons wel even met de auto naar de hoofdweg 500 meter verderop zodat we de zware Samsonite niet hoeven sjouwen.
Zo dat hebben WIJ weer. Geweldig.
We zitten in de bus. En mensen…..het wordt me toch een avontuur.
We worden voorin geplaatst. En als we achterom kijken zien we allemaal starende Tanzaniaanse medereizigers. Ja, dat maken ze natuurlijk niet dagelijks mee. Twee muzungu’s (blanken) op de eerste rij.
Het valt op de het terugschakelen van de 4 naar de 3 moeizaam gaat, De tandwielen van de versnellingsbak vliegen je nog net niet om de oren. Het is en oude Tatra bus die aan alle kanten is verspijkert. Maar rijden doet ie. De weg naar Sumbawanga wordt kenmerkt door de vele verkeersdrempels. De zogenaamde “sleeping policemen” waarbij de symbolische ruggenbult van een politieman fungeert als snelheid temperende verkeersdrempel.
Er zijn op deze weg meer dan driehonderd van deze ruggenbulten. Een hele uitdaging voor een oude bus die nauwelijks in snelheid mindert als het over de bulten gaat. We voelen ons net in een pretpark met al die zwevende momenten.
De eerst grote tussenstop is Tunduma. Een grensplaatsje aan de Zambiaanse grens. We worden belaagd door venters met van alles op hun hoofd. Van stukjes suikerriet tot gemarineerd vlees aan een stokje. Gjilke waagt zich naar buiten en wordt onmiddellijk omringd door allerlei aanbieders. Ze is wit en dan valt er wat te halen. Ze koopt uiteindelijk drinken, koekjes en een chipsmaiai, een aardappel/ei gerecht.
Een uur later zijn we weer met een krakende versnellingsbak onderweg. Nog 200 politieruggen te gaan.
Opeens stopt de bus midden in de bushbush. Er wordt iets in het Swahili geroepen en bijna iedereen stapt uit. Het is een plaspauze. Links achter de bosjes de vouwen en rechts de mannen in open veld. De zwarte vrouwen giechelen als ze het witte achterwerk van Gjilke zien. Geen alledaagse kost.
Het is nog ver als de berijdster een telefoon in onze handen drukt. Het is Aron die in Sumbawanga op ons staat wachten. Onze telefoons met Europese abonnementen zijn niet meer bereikbaar. Dan maar bellen via de berijdster. We moeten nog zo’n 80 kilometer.
Na zo’n 8 uur in de bus bereiken we de wachtende Aron. En als we bijna bij Kilangala zijn worden we gebeld dat de laatste kilometer dirthroad naar de missiepost door de regen onbegaanbaar is geworden. Omrijden dus.
Met het nemen van hobbelige veldweggetjes dwars door een maisveld en nauwe doorgangen in een naastgelegen dorpje weten we de modderpoel van Kilangala highway te ontwijken. Het is kwart over één in de nacht als we uiteindelijk bij onze slaapplek aankomen.
We zijn moe. Maar wat hebben we genoten. Reizen als een “local” maakt Afrika nog mooier.
We gaan zeker nog een busreis maken.
Welterusten en tot morgen.
Gjilke en Jan
Wat hebben we weer met veel plezier jouw stukje gelezen Jan.
Wat kunnen jullie toch van dat land genieten.
Wij wensen jullie veel plezier en we wachten elke dag op weer
nieuwe spannende berichten.
Ik heb zonet de eerste 3 verslagen gelezen.
Het wordt weer een mooi en jaloersmakend avontuur. Ik blijf jullie volgen.
Geniet er van.